RVO geeft praktische uitleg over MIA/Vamil (woensdag 18 mei, 12:30)

MIA\Vamil project De Walvisch. De woningdelen zijn prefab en demontabel en dus herbruikbaar.

In het kennisprogramma van RENOVATIE zal RVO laten zien welke meerkosten van circulair renoveren in aanmerking komen voor belastingvoordeel via de milieu-investeringsaftrek (MIA\Vamil). Aan de orde komen zowel gebouwen als bouwmaterialen en bedrijfsmiddelen.

Renovatie & Circulariteit
Woensdag 18 mei, 12:30 - 14:00, Renovatie Arena
Naar de sessie en aanmelden: https://www.renovatiebeurs.nl/nl/seminar-reader/renovatie-circulariteit-RENO2022-REN-D202/

Doel van de investeringsaftrek is om de meerkosten van milieuvriendelijke technieken en producten te subsidiëren. Dat is een vorm van staatssteun en is dus aan strakke EU-regels gebonden, legt adviseur Wim Boeken van RVO uit. Daarom geldt de MIA\Vamil alleen voor die investeringen die op de bijbehorende Milieulijst staan. Daarvan is vastgesteld dat die milieuwinst opleveren én dat ze duurder zijn dan de gangbare alternatieven. Deze lijst wordt overigens jaarlijks geactualiseerd, waarbij ook vanuit het bedrijfsleven voorstellen kunnen worden aangedragen.

RVO krijgt per jaar ongeveer 30.000 aanvragen te verwerken voor MIA\Vamil. Dat kan betrekking hebben op producten zoals een elektrische bedrijfsbus of een verwarmingsketel met lage NOx uitstoot, maar ook op bouwdelen zoals een groendak of zelfs een compleet gebouw. De Milieulijst biedt ook die ruimte. Een aantal codes daarop heeft betrekking op specifieke producten, maar er zijn ook codes met een ruimere meer doelgerichte omschrijving. Zo is er in het hoofdstuk grondstoffen en afval ruimte voor bedrijfsmiddelen die volgens voorwaarden een bepaalde hoeveelheid besparen op grondstofgebruik en afval terugbrengen tot grondstof.

R-ladder

De mogelijkheden zijn heel divers. Een 3D-printer die bespaart op grondstoffen kan onder de regeling vallen, maar ook als die wordt ingezet om reserveonderdelen te maken waardoor de levensduur van producten wordt verlengd of wordt bespaard op logistiek en opslag. Voor renovatie van gebouwen zijn er bijvoorbeeld mogelijkheden met een BREEAM in use certificaat met voldoende punten en aanvullende voorwaarden.

De beoordeling van circulariteit gaat volgens de R-ladder, waarbij Refuse bovenaan staat en energiewinning door verbranding helemaal onderaan. “Het komt niet uit de bouw, maar het mooiste voorbeeld van Refuse vind ik zelf een apparaat voor natural branding. Daarmee wordt een logo met een laser rechtstreeks op groenten aangebracht. Een etiket of verpakking is daarvoor dus niet nodig. Iets dergelijks zou je wellicht ook in een timmerfabriek kunnen doen”, zegt Boeken.

Boeken zal in zijn bijdrage aan het kennisprogramma tevens ingaan op hoe de meldingsprocedure voor MIA\Vamil verloopt en welke rol RVO daarin speelt.