Renovatieproject uitgelicht: De Studio
Sciencemuseum NEMO koos bij de uitbreiding met De Studio voor circulair renoveren. De gevel is een echte circulaire blikvanger geworden.
De Studio is ondergebracht in een bestaande sporthal op het Marineterrein dat over het water zichtbaar is vanaf NEMO. Het Amsterdamse museum wil met deze nieuwe ruimte de doelgroep volwassenen aan zich binden. NEMO koos er voor het gebouw zo veel mogelijk intact te houden en bij de noodzakelijke renovatie te kiezen voor circulariteit. Zo zijn de kantoren ingericht met 100% kringloop meubilair, is een recyclebare vloer toegepast en zijn noodverlichting, systeemplafonds en kozijnen en deur hergebruikt.
Contourplaten
De gevel verdiende een behoorlijke aanpassing om een echte blikvanger te worden, die vanaf NEMO zichtbaar zou zijn. Bureau SLA koos er voor om dat te doen met een 120 m2 grote voorzetgevel die bestaat uit hergebruikt materiaal. De keuze viel op stalen contourplaten uit de auto-industrie. Uit die platen worden onderdelen voor auto’s gesneden. Wat overblijft is een 4 tot 6 mm dikke plaat met grote openheid in willekeurige patronen. Deze platen zijn gevonden met hulp van onder meer de oogstkaart van Superuse Studios.
Voor gebruik aan de gevel werden de contourplaten verzinkt en zijn ze voorzien van een coating. De platen zijn gebout aan een staalconstructie, die gefundeerd is op poeren en aan de bovenzijde horizontaal afsteunt tegen het bestaande gebouw.
Twee lagen
Om voldoende body te krijgen heeft Bureau SLA de platen in twee lagen gemonteerd, met enige afstand ertussen. Ook zit er kleurverschil in de platen, waardoor de dieptewerking toeneemt.
Omdat de patronen van tevoren niet bekend waren, zijn de posities van de platen op de bouwplaats en in het werk vastgesteld. Bureau SLA noemt het daarmee een mooi voorbeeld van ‘design by coincidence’, een van de kenmerken van circulair bouwen en ontwerpen.
(Foto: Thijs Wolzak)
Gevelrenovatie en circulair renoveren zijn twee van de thema’s die aan bod komen in het kennisprogramma van RENOVATIE 2020.