‘Flat met Toekomst’ moet opvolging krijgen
Het delen van ‘best practices’ kan helpen om de verduurzaming van woningen te versnellen en een vervolg te geven aan projecten als Flat met Toekomst.
Dat verduurzaming van meerlaagse woningcomplexen mogelijk is, heeft Nieuw Utrechts Peil (NUP) aangetoond met het project ‘Flat met Toekomst’ in opdracht van corporatie Mitros. Het proefproject waarin acht woningen gerenoveerd werden naar Nul op de Meter, heeft inmiddels wel een vervolg gekregen, maar nog niet zo grootschalig als NUP had verwacht.
Financiën
“Technisch kan het en weten we hoe het moet, maar iedereen wil toch steeds weer het wiel uitvinden. Uiteindelijk zijn het echter vooral de financiën waardoor corporaties aarzelen. NOM kun je financieren met de Energie Prestatie Vergoeding, maar dat past vaak niet zo in het systeem van corporaties”, zegt Lars Zwart, die als architect van op ten noort blijdenstein deel uitmaakt van het consortium NUP. NUP bestaat daarnaast uit Nieman Raadgevende Ingenieurs en aannemer VIOS Bouwgroep.
Twee keer A++
Na de acht proefwoningen heeft het consortium de gehele flat NOM gemaakt. Twee soortgelijke flats van Mitros in de omgeving heeft NUP vervolgens gerenoveerd naar label A++. “Dat is ook een prima keuze. Het hoeft niet per se Nul op de Meter, als je woningen maar goed isoleert en zo NOM-ready maakt. De installatie kun je dan later eventueel verder aanpassen met bijvoorbeeld een warmtepomp of extra PV-panelen.” Inmiddels werkt het zelfde team aan een volgende flat van Mitros die wel weer NOM wordt.
Gelijkwaardig
De gelijkwaardige samenwerking van architect, adviseur en bouwer in het consortium NUP is volgens Lars Zwart uniek, maar tegelijk ook noodzakelijk voor goede verduurzaming. De rol van de architect is daarbij in zijn ogen ook heel belangrijk. “Het moet niet alleen de techniek zijn die leidend wordt in het ontwerp. Voor Flat met Toekomst hadden we in eerste instantie een hedendaags ontwerp gemaakt. De gemeente Utrecht wilde echter terug naar het originele beeld uit de jaren 60. Dat was een duidelijke architectonische richtlijn. We konden dus niet zo maar alles inpakken ende loggia’s dichtzetten en dergelijke. We stonden voor de opgave om met behoud van het architectonische beeld (hele grote vensters en betonbanden!) een betaalbaar NOM-gebouw te realiseren.”
Architectuur
Dat de gemeente Utrecht deze eis stelde, vindt Zwart achteraf overigens een goede zaak. “Alles inpakken lijkt ook wel de gemakkelijkste weg. Dan kan zomaar de techniek leidend worden en de goedkoopste oplossing gaan domineren. Daar krijgen we later wellicht spijt van. Bovendien is ons gebleken dat er technisch veel meer mogelijk is dan wij aanvankelijk dachten.”
Een goed praktijkvoorbeeld vindt Zwart dan ook een andere flat van Mitros in de wijk Kanaleneiland, waar dezelfde partijen aan werken. Die is meer ambachtelijk gebouwd dan de Intervam-flats zoals Flat met Toekomst. “Daar hebben we goed gekeken naar wat er per se nodig is om te komen tot label A. Voor de achtergevel hebben we gekozen voor na-isoleren van de spouw van 60 mm. Dan moet je wel goed opletten op koudebruggen, om schimmelvorming te voorkomen. Hiervoor zijn specifieke maatregelen getroffen. Bij de voorgevel gaat dat niet lukken en die gaan we dus wel inpakken. Maar wel met oog voor ritme en plasticiteit. Daarmee is deze flat dus veel meer maatwerk, mede om de kosten te beheersen.”
Kracht benutten
“De les is eigenlijk: benut de kracht van het gebouw, in architectuur en bouwkunde en voeg slimme dingen toe die het gebouw weer geschikt maakt voor de komende 50 jaar, gewaardeerd door de gebruiker en de stadsbewoner!”
Lars Zwart maakt deel uit van de Adviesraad van de beurs RENOVATIE en zal in het kennisprogramma van de beurs zijn ervaringen delen met de verduurzaming van corporatiewoningen.