Bel ons voor info 0294 - 74 50 70

"Ontwerpen met wat er al is als nieuwe norm"

Expert aan het woord: Mirjam Schmüll


Het grootste volume bouwmateriaal zit in de bestaande gebouwenvoorraad en die biedt dus ook het grootste potentieel voor circulariteit en grondstoffen. Hergebruik daarvan moet daarom het uitgangspunt zijn. Ontwerpers moeten niet beginnen met een onbeschreven blad, maar creatief gaan werken vanuit wat er al is, daagt Mirjam Schmüll, co-founder van Brokkenmákers, de bouwwereld uit.

Hergebruik van het bestaande kan op vele manieren. Transformatie en renovatie van gebouwen is daarin een belangrijke stap, want dan hoef je niet nieuw te bouwen. “Eigenlijk is de eerste stap in circulariteit om niets te doen. Maar we zullen wel moeten blijven bouwen en er zullen ook altijd panden beschikbaar komen. Behoeften veranderen en we moeten dus in beweging blijven, maar dat kan ook met bijvoorbeeld aanbouwen en optoppen.”

Grote bouwdelen

Ontwerpers zullen moeten uitgaan van het bestaande en op basis daarvan ontwerpen. “Dat geldt voor volledige gebouwen, maar ook voor de losse grote bouwdelen daarvan bij ontmanteling. De meeste impact heeft het om de grote onderdelen te hergebruiken, zoals de constructie en bijvoorbeeld kanaalplaten. Dat levert meteen ook de meeste CO2-besparing op. En wanneer je vroegtijdig op basis van het bestaande ontwerpt, pakken sloopkosten ook nog eens lager uit. Maar je kunt alleen ontwerpen met het bestaande als je vroegtijdig weet wat er aan gaat komen. Vandaar dat wij onder meer het initiatief de Gebouwenmarktplaats gestart zijn, waar je vroegtijdig gebouwen vindt die beschikbaar komen, in het geheel verplaatsbaar zijn of als slooppand ontmanteld worden. Daarmee kun je een nieuw gebouw ontwerpen en ontwikkelen met het donorgebouw in het achterhoofd. Dit betekent wel dat de sloopsector en de bouwsector elkaar moeten ontmoeten en met elkaar in gesprek moeten gaan. Dat zijn nu veelal nog twee gescheiden werelden.”

Andere creativiteit

Daarnaast zouden veel gebouwonderdelen een tweede leven moeten krijgen. “Denk bijvoorbeeld aan toiletpotten. Die kun je prima hergebruiken. In bijvoorbeeld openbare gebouwen en hotels maak je ook gebruik van een toiletpot die door anderen is gebruikt. Waarom zou dat in nieuwbouw niet kunnen?”

Maar hoe verhoudt zich dat dan tot design, waar juist de sanitaire wereld zich veel mee bezig houdt? Wordt ontwerpen dan niet erg functioneel? “Dat hoeft niet. Er is een nieuw soort creativiteit voor nodig om vrijkomende materialen te hergebruiken. Maar het materiaal met de meeste impact zit in de constructie. Hergebruik daarvan is helemaal niet zo zichtbaar en heeft in design-opzicht dus minder impact.”

De stip op de horizon is voor Mirjam Schmüll dat grote bouwdelen als constructie en kanaalplaten rechtstreeks hergebruikt kunnen worden in nieuwe gebouwen. Producten die overblijven gaan terug naar de leverancier die ze – eventueel na herbewerking – weer te koop aanbiedt. “Gebruikers moeten kunnen kiezen tussen nieuw en gebruikt. Zoals je bij Bol.com naast nieuwe boeken ook tweedehands boeken kunt kopen.”

Biobased

Uiteindelijk moet dat ertoe leiden dat alle grondstoffen hergebruikt worden. “Het bestaande is de grondstoffenvoorraad waar we het mee zullen moeten doen. Wat we dan aan materialen tekort komen, moet biobased zijn zodat er geen uitputting van grondstoffen meer plaatsvindt.”

Circulaire bouwen gaat daarmee een grote impact hebben op leveranciers, ontwerpers, ontwikkelaars en consumenten. “We moeten daarbij ook de meerwaarde van het bestaande gaan inzien. Die waarde is vaak hoger dan alleen de waarde van het materiaal zelf.”

Ga terug